— beeld —
— video —
— affiche —
— tekst —
de Verzamelaar:
After Cage - Die Dinge
Curator: Wendel ten Arve
Kunstenaars: Johannes Schwartz, Neeltje en Sara ten Westenend, Annelies Hermsen en Martin Butler
In het kader van After Cage zijn door Wendel ten Arve verschillende kunstenaars benaderd om op basis van de principes van John Cage interventies te plegen binnen de tentoonstelling.
Johannes Scchwartz besloot de verschillende artefacten in zowel de tentoonstelling als de tijdelijke archiefruimte te fotograferen. Alleen is er hier geen sprake van een simpele registratie: Schwartz koos ervoor de technische camera te benutten, om vervolgens het beeld dat die camera produceert om de fotograaf zicht te bieden op het te fotograferen materiaal vervolgens weer te fotograferen. Dit matglazen kader aan de achterzijde van de camera kent van zichzelf een grit en geeft de fotograaf een omgedraaide representatie. Door juist dit beeld te fotograferen, wat normaliter alleen voor de fotograaf is bestemd, gaat Schwartz natuurlijk direct in op het medium zelf, toont hij zowel de constructie achter de foto als de techniek die deze constructie mogelijk maakt en vermengt hij ook nog eens het grit van het tentoonstellingslandschap met het grit van het camerabeeld. Op de dag zelf werden deze beelden via een beamer als een directe reflectie van het camerabeeld getoond en dus omgekeerd. Op de site zijn ze nu alsnog 180 graden gedraaid.
Martin Butler, choreograaf, benutte het toevalsprincipe van Cage ondermeer om tot de keuze van de muziek te komen en voor de aanvang van zijn choreografie werd eerst door de musici gekaart om op die manier de keuze en opbouw van een definitief muziekstuk te bepalen.
Annelies Hermsen had eveneens het toevalsprincipe van John Cage benut om tot een nieuwe receptuur en daarmee een andere en ook voor haar onverwachte smaaksensatie te kunnen komen.
Neeltje en Sara Ten Westenend hadden een performance georganiseerd, die niet zozeer inging op de formele principes van Cage, maar veel meer uitging van het idee van plaats dat aan iedere collectie is verbonden. Individuele werken werden alsnog met draden aan elkaar verbonden, alsof de objecten pas in samenhang betekenis zouden kunnen krijgen, vervolgens gefotografeerd en vormden onderdeel van hun performance.